Probleemgedrag bij honden: het begint vaak heel subtiel

  • Home
  • Blog
  • Probleemgedrag bij honden: het begint vaak heel subtiel
  • 25/09/2025
  • Saskia Hilverink

 

Probleemgedrag bij honden: het begint vaak heel subtiel

Wanneer ik bij huisconsulten kom, hoor ik van eigenaren vaak: “Het probleem was er ineens.” Hun hond viel zomaar uit, durfde ineens niet meer alleen te blijven of begon plotseling overal te blaffen. Maar als ik wat verder doorvraag, blijkt dat er eigenlijk al veel eerder signalen waren. Kleine veranderingen in houding of gedrag die toen nog niet als probleem werden gezien, vaak was het gedrag op dat moment juist grappig, er werd om gelachen en niets mee gedaan...

De angstfase (6–9 maanden)

Rond de leeftijd van zes tot negen maanden komen veel honden in een belangrijke ontwikkelingsfase terecht: de angstfase. In deze periode kunnen prikkels die eerst heel gewoon leken, ineens spannend worden. Denk aan een klapperende container, een vreemde die langsloopt of zelfs een bekende hond in het park.

Als een hond in deze fase niet de juiste begeleiding krijgt, kan die spanning blijven hangen. Een onschuldige “ik vind dit even eng”-reactie kan langzaam uitgroeien tot structurele angst of onzekerheid. Maar al te vaak wordt hier de hond niet begrepen, en gaan we over zijn of haar grenzen heen. Angst is een emotie, dit kun je niet trainen! Wel kun je met de juiste begeleiding in het tempo van de hond, zorgen dat er meer zelfvertrouwen komt door een betere samenwerking en begrip voor deze fase.

De puberteit: grenzen verkennen

Daar bovenop komt de puberteit, die bij veel rassen start rond de zes maanden en soms wel tot anderhalf jaar kan duren. Net als bij tieners, zorgt dit voor hormonen, grensverkenning en een portie eigenwijsheid. Honden luisteren ineens minder goed, testen regels uit en lijken soms dingen “vergeten” te zijn die ze eerder keurig deden. De hormonen gieren door het lijf, het lichaam is volop in ontwikkeling om volwassen te worden.

Klein, grappig of onhandig gedrag kan in deze fase makkelijk doorschieten naar iets groters. Een pup die een beetje trekt aan de lijn kan een puber worden die je de straat over sleurt. Een hond die af en toe blaft uit onzekerheid kan veranderen in een hond die fel uitvalt.

Subtiele signalen die we vaak missen

Het lastige is dat honden heel subtiel beginnen met laten zien dat ze zich ongemakkelijk voelen. En juist die signalen missen we vaak. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Wegkijken of het hoofd afwenden

  • Snelle tongbewegingen (tongelen)

  • Spanning in het lijf, stijf worden of juist heel langzaam bewegen

  • De staart lager dragen dan normaal

  • Contact vermijden of wegdraaien

Wanneer we deze vroege signalen niet herkennen, leert de hond dat hij duidelijker moet zijn. Dan volgen de grotere gedragingen: grommen, uitvallen of bijten.
Voor de eigenaar lijkt dit dan “plotseling” gedrag, terwijl de hond al lang aan het waarschuwen was.
Als er dan met deze grote gedragingen verkeerd wordt omgegaan, kan dat gevaarlijke situaties opleveren. 

Wat kun je doen?

Het herkennen van deze subtiele signalen is de sleutel. Hoe eerder je ziet dat je hond spanning ervaart, hoe beter je kunt helpen om het probleem klein te houden.
Rustig begeleiden, veilige afstand nemen van spannende prikkels en positieve ervaringen opbouwen maken een wereld van verschil.
 

 Conclusie: probleemgedrag bij honden ontstaat zelden uit het niets. Vaak zien we de kleine signalen over het hoofd, totdat ze groot en duidelijk worden.
Wacht dus niet te lang met hulp vragen. Hoe eerder je ingrijpt, hoe makkelijker je het gedrag kunt bijsturen. Te lang wachten maakt het probleem meestal alleen maar erger.
Hebben jullie een probleem, en weet je niet zo goed hoe je dit kan ombuigen naar gewenst gedrag?
Neem dan eens contact op, dan gaan we samen aan de slag, en starten bij de kern, daar waar het probleem begonnen is!

Saskia